Patrick Ridderhof : ‘Het zit ons dit seizoen niet erg mee
Toen hij achttien jaar oud was debuteerde hij in het eerste elftal van NBSVV, Nu is hij 30 jaar oud en is nog altijd basisspeler. Patrick Ridderhof is kind van de club, hoewel hij in zijn jeugdjaren bij SHO heeft gevoetbald. In al die jaren dat hij bij de Nieuw-Beijerlandse Sport- en VoetbalVereniging in het eerste voetbalt moet hij natuurlijk veel meegemaakt hebben. Daarom willen we graag een verhaal met hem maken, waarin hij terug kijkt op hoogte- en dieptepunten en ook aangeeft hoe het deze competitie met hem en zijn club gaat. Een we willen ook weten hoe hij aan zijn bijnaam ‘Pita’ komt, want iedereen bij NBSVV noemt hem zo. Voor de inhaalwedstrijd tegen koploper Stellendam, afgelopen zaterdagmiddag, hebben we een klein uurtje met elkaar gesproken.
Ben je een echte Nieuw-Beijerlander?
Patrick: ‘Ik ben hier niet geboren, maar wel getogen. Toen ik zes jaar oud was ging ik bij NBSVV, de club op het dorp voetballen. Vanaf mijn tiende tot en met de eerstejaars A heb ik bij SHO gevoetbald en toen ben ik teruggegaan naar NBSVV. Ik kwam er in het A-elftal dat toen onder de vlag van SJO Korendijk voetbalde, een samenwerkingsverband van NSVV, Goudswaardse Boys en Piershil, dat inmiddels niet meer bestaat.’
Wanneer debuteerde je in het eerste elftal? En wie was toen trainer? Patrick: ‘Ik maakte mijn debuut toen ik 18 jaar was. Hans de Heer was de trainer die me bij de selectie haalde en me in de voorbereiding op het seizoen een paar keer liet meedoen. In de eerste competitiewedstrijd, thuis tegen Bolnes, stond ik in de basis en nu, bijna dertien jaar later, ben ik nog steeds basisspeler.’
Op welke positie stelde Hans de Heer je op?
Patrick: ‘In de jeugd was ik altijd linksbuiten geweest, maar Hans stelde me op als linksback. Vanwege mijn snelheid en het vermogen om als opkomende back mee ten aanval te trekken, legde hij me uit. Ik vond linksback niet altijd even leuk, speelde liever voorin, maar daar hadden we met Danny Pelizzon en Stefano Schefferlie al veel kwaliteit. Daar een plekkie krijgen, zat er toen niet in. Ik kreeg heel veel vertrouwen van Hans en de prettige bijkomstigheid was dat ik back altijd speelde. Gemopperd heb ik niet, want ik was allang blij dat hij me telkens opstelde. Maar leuk was het dus niet altijd. Mark Smeding, onze huidige trainer stelt me gelukkig altijd als middenvelder op. Dat vind ik veel leuker.’
Waarom?
Patrick: ‘Omdat je dan niet alleen achter je man hoeft aan te rennen en vooral verdedigend moet denken, maar iets meer vrijheid hebt om te gaan en staan waar je wil. Op het middenveld ben ik best wel van toegevoegde waarde, vind ik.’
Leg dat eens uit.
Patrick: ‘Ik vind me een voetballer, probeer altijd voetballend de oplossing te vinden. Dat is trouwens meteen wel mijn valkuil, want soms probeer ik het te mooi en te moeilijk te doen. Maar met het toenemen van de jaren krijg je meer ervaring, zodat je beter je momenten weet te kiezen. Ons middenveld is best wel afgewogen. Samen met Neto ben ik er voor de openingen en passes, wij zijn de verbindingsspelers, terwijl Pieter Vogelaar en Gerben Kolthof de balafpakkers zijn en als spelers dus meer vuile meters afleggen.’
In de competitie gaat het dit jaar trouwens niet zo voortvarend. Jullie staan in de vierde klasse F op de onderste plaats.
Patrick: ‘Vorig seizen hebben we ons op het nippertje weten te handhaven. Er degradeerden toen vier clubs, maar gelukkig hadden wij op het einde van de rit een puntje meer dan Simonshaven en DRL. Ook SCO’63 en Piershil eindigden onder ons, dus wij bleven vierdeklasser. Vorig jaar zat het bepaald niet tegen. Het geluk was toen vaak aan onze kant. Dat is dit jaar helemaal anders. We hebben dit seizoen zes keer verloren met maar één doelpuntje verschil en in veel van die wedstrijden hadden we zeker recht op een punt. Misschien wel op drie. Misschien hadden we wel acht, negen punten meer moeten hebben. Maar die punten hebben we niet en daarom staan we nu onderaan, op de plek waar je met dit puntenaantal hoort te staan, helaas. De laatste weken wonnen we trouwens wel verdiend van WFB en van Zinkwegse Boys. Dat geeft veel vertrouwen. Er zijn nog 12 wedstrijden te gaan, hopelijk kunnen we straks weer zorgen voor een ontsnapping op het laatste moment.’
[Later die middag wordt met 0-1 verloren van koploper Stellendam, dat pas na rust het verschil kon maken. In de eerste helft schoot NBSVV twee keer op de lat. Met een paar centimeters lager was de thuisclub met een voorsprong de rust ingegaan en dat onderstreept nog eens wat Patrick zojuist vertelde: ‘Het zit ons dit seizoen niet altijd mee.’]
Je speelt al heel lang in het eerste elftal. Noem eens een paar wedstrijden die je altijd bijgebleven zijn.
Patrick: ‘Zes jaar geleden, Vierpolders uit. Dat was een nacompetitiewedstrijd voor promotie naar de derde klasse. Hans de Heer was toen aan zijn tweede periode als trainer bij ons bezig. We hadden het lange tijd in de competitie niet zo goed gedaan en veel mensen op de club hadden de moed al opgegeven. Maar op het einde pakten we veel punten en pakten we een periodetitel, waardoor we toch nog de nacompetitie haalden. Uit en thuis tegen Vierpolders. Thuis wonnen we met 2-1 en toen kwam die wedstrijd in Vierpolders. Al snel kwamen we op een 1-0 voorsprong, dat zag er heel goed uit dus. Maar Vierpolders maakte gelijk en scoorde daarna zelfs 2-1. In de verlenging werd er niet meer gescoord, dus penalty’s moesten de beslissing brengen. Wij misten de eerste, maar Vierpolders miste al hun penalty’s. Onze keeper Lars van der Erve pakte er twee en een bal eindigde op de paal. Wij promoveerden dus naar de derde klasse, waar we een jaar eerder uit gedegradeerd waren. Groot feest natuurlijk. Een andere wedstrijd die me altijd is bijgebleven is een thuiswedstrijd tegen SSS. De uitslag was 6-4 in ons voordeel en die wedstrijd had werkelijk alles wat voetbal zo mooi maakt. Veel doelpunten, pittige duels en veel publiek langs de kant. En een derde wedstrijd die ik me altijd zal blijven herinneren is de allerlaatste wedstrijd van vorig seizoen, toen we met een gelijkspel tegen DRL op het nippertje in de vierde klasse bleven na in die wedstrijd eerst met 1-0 en met 2-1 achter gestaan te hebben. Op die middag was het groot feest.’
En wat is een minder prettige herinnering?
Patrick: ‘Dat was onze eerste degradatie naar de vierde klasse. Op het veld van Abbenbroek moesten we de finale van de nacompetitie voetballen tegen Rockanje. We hadden er heel veel vertrouwen in, maar verloren die middag. Zo’n wedstrijd moet je maar snel vergeten, maar dat lukt dus niet.’
Je voetbalt al ruim 12 jaar in het eerste elftal bij NBSVV. Heb jij of iemand anders op de clubbijgehouden hoeveel wedstrijden jij in het eerste elftal gespeeld hebt?
Patrick: ‘Ik zelf niet en of iemand op de club dat doet: ik denk het niet. Een huldiging voor 250 wedstrijden heb ik nooit gehad en dat is al een hele tijd geleden. Inmiddels moet ik ongeveer op 350 wedstrijden zitten, want ik ben zelden geblesseerd en speel altijd alles.’
Tot slot: iedereen op de club noemt jou Pita. Hoe ben je aan die bijnaam gekomen?
Patrick: ‘daar zit wel een mooi verhaal aan vast. Jaren gelden speelde Sediq Walizada bij ons, een jongen afkomstig uit Afghanistan, die in het begin geen woord Nederlands sprak. Als op de training tijdens partijtjes Pieter Vogelaar de bal had, riep iedereen ‘Pieter’, ‘Pieter’ naar hem om aan te geven dat hij de bal moest afgeven omdat ze vrij stonden. Sediq begreep dat natuurlijk niet zo goed. Hij dacht dat er ‘Pita’ geroepen werd en deed dat ook iedere keer als ik aan de bal was. Elke training een heleboel keer. Andere jongens gingen ook ‘Pita’ roepen als ik aan de bal was en zo ben ik aan een bijnaam gekomen, waar ik nooit meer van afgeraakt ben. Op de club en in het dorp kent iedereen mij als Pita. Weinig mensen noemen mij Patrick, haha.’